9 jul 2021
min. leestijd

Besef van probleem voedselverspilling neemt toe

Maar liefst een derde van al het eten wordt verspild. ‘Bizar veel’, vindt Gijs van Schoot van antiverspillingsapp Too Good To Go. ‘We willen partners overtuigen zodat het probleem hoger op prioriteitenlijst komt te staan.’ Coop wil een keten zonder voedselverspilling worden. Van Schoot merkt op dat het besef bij steeds meer mensen en bedrijven doordringt om eraan mee te helpen. ‘Het leidt ook tot meer tevredenheid onder de werknemers.’

In een podcast van Focusplaza onder leiding van Fons Blomhert gingen Gijs van Schoot en Erik Jan Mares, CEO van Zeeman, in op het thema duurzaamheid. Hoe zijn ze tot het inzicht gekomen dat dit belangrijk is en hoe geven ze daar nu in hun werkveld uiting aan?

Gijs, de baas van het ijs

Van Schoot, eerder werkzaam bij Unilever, legt uit dat Too Good To Go inmiddels in 16 landen actief is. In zijn jonge jaren dacht hij, zoals zovelen, anders over duurzaamheid. Hij zette zich af tegen zijn ouders, die beiden in het onderwijs werkzaam waren en maatschappelijk verantwoord in het leven stonden. ‘Ik ging juist de commerciële kant op. Pas veel later kwam ik, ook na dialogen met mijn dochters, tot de ontdekking dat er meer is in het leven. Ik was bij Unilever dan wel ‘Gijs, de baas van het ijs’, maar daar nam ik geen genoegen meer mee. Iets goed doen voor deze planeet begon voor mij belangrijk te worden en daarom ben ik bij Too Good To Go gaan werken.’

Familiebedrijf

Erik Jan Mares, sinds 4 jaar CEO bij Zeeman, maakte een soortgelijke ontwikkeling door. Na zijn werkzame periode in de retail als unitmanager bij C1000 en directielid bij Albert Heijn heeft hij een jaar een sabbatical genomen. ‘Ik ging richting de 50 en ben gaan nadenken. Ik kwam tot de conclusie dat ik bij een familiebedrijf wilde werken. Daar is de lange termijn belangrijk. Ook als het even tegenzit kun je doorgaan met werken aan die lange termijn. Dus kun je ook op duurzaamheidsgebied veel doen.’

Zeeman is gevestigd in 7 landen en twee-derde van de omzet is afkomstig uit het buitenland zegt Mares. Hij is er trots op dat Zeeman duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan nu. Dat was in zijn vroegere jaren bij andere werkgevers wel anders. ‘C1000 had het best zwaar toen ik kwam’, legt hij uit. ‘Er was weinig ruimte en aandacht voor duurzaamheid destijds. De meeste retailers probeerden fabrikanten te pakken te nemen op prijs. Zo ging dat in die tijd. Terugblikkend waren we op een bepaalde manier al wel wat bezig met verantwoord ondernemen. Wij gingen naar Unilever toe om een duurzame relatie op te bouwen. Dat was onze strategie. Maar natuurlijk ging het ook om omzetgroei.’

Instock

Mares was drie jaar werkzaam bij Albert Heijn en stond mede aan de wieg van Instock; het Amsterdamse restaurant dat kookt met voedselresten. Jonge mensen konden tijdens een Albert Heijn–event nieuwe ideeën lanceren. Hier kwam Instock uit voort en het bestaat nog steeds. In coronatijd heeft het duurzame restaurant het wel moeilijk gehad, maar het bestaat nog evenals de groothandel Instockmarket.nl. ‘Ik zat in de Raad van Toezicht van Instock en heb ze geholpen met de filosofie. Heel leuk om te doen.’

Gijs van Schoot herkent de motivatie bij Mares, die voortvloeit uit het maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Onze droom is een wereld zonder voedselverspilling. We willen mensen inspireren daar een bijdrage aan te leveren’, zegt Van Schoot. ‘Ons doel is maaltijden van de ondergang redden. We hebben 73 miljoen maaltijden wereldwijd al gered. Elke keer als ik ergens mee bezig ben in mijn werk denk ik; dit is goed voor de planeet en draagt bij aan een lagere milieu-impact.’ Volgens Van Schoot kan iedereen, als je maar wilt, duurzaam bezig zijn. ‘Ben je bereid een stap te zetten? Daar gaat het om. Maar waar je ook werkt, je kunt altijd de keuze maken er wat aan te doen. Probeer duurzamer te zijn dan gisteren’, beveelt hij aan.

Gijs van Schoot vindt het bizar veel dat één-derde van het eten wordt verspild. ‘We willen partners overtuigen zodat het probleem hoger op de prioriteitenlijst komt te staan. We hebben nu contact met Coop dat een keten zonder voedselverspilling wil worden. Daar ben ik trots op. Dat soort partijen in je partnerlandschap is mooi.’ Erik-Jan Mares reageert en geeft aan dat belasting van de aarde geen topprioriteit bij Zeeman was en dat dat inmiddels is veranderd. ‘We verkopen goede spullen tegen een goede prijs en we zijn koploper op gebied van duurzaamheid en zijn zuinig op geld, middelen, maatschappij en medewerkers.’ Zeeman voelt zich als ketenregisseur verantwoordelijk voor een duurzame omgeving. ‘Vanaf het plukken van katoen, tot en met eventuele retouren bij wijze van spreken. Iedereen in de keten moet je wat gunnen. Wij hoeven er niet onevenredig aan te verdienen en moeten het vooral van de volumes hebben.’

Zeeman werkt veel met leveranciers uit het buitenland. ‘We betalen altijd na 14 dagen. Dat is uniek. Ook tijdens corona. Als de producten op de boot gaan,  betalen wij’, schetst hij. ‘Een leverancier in Bangladesh die iets leent, moet voorfinancieren. En dat is niet te doen. Wij helpen hen door op tijd te betalen.’ Als voorbeelden van duurzaamheid bij Zeeman benoemt Mares verder dat er nauwelijks gebruik gemaakt wordt van verpakkingen en dat er duurzaam wordt omgegaan met het menselijk kapitaal. ‘Kernwaarde van  Zeeman is zuinigheid. En dat was bij ons thuis vroeger ook het geval. Netjes omgaan met de spullen.’

Luister de podcast:

Meer berichten